Andere overtredingen

 Het niet met gepaste frequentie verzamelen van informatie

Volgens artikel 5, derde lid, EG-verordening PRTR verzamelt een PRTR-bedrijf gedurende het verslagjaar met gepaste frequentie de informatie die nodig is om te bepalen of het bedrijf rapportageplichtig is. Hiervoor wordt ingevolge artikel 2 Uitvoeringsbesluit EG-verordening PRTR en PRTR-protocol een meet- en registratiesysteem gebruikt. Deze verplichtingen gelden voor alle PRTR-bedrijven: of deze nu rapportageplichtig zijn of niet. Overtreding van artikel 5, derde lid, EG-verordening PRTR is ingevolge artikel 12.30 Wm verboden.

Voornemenbrief

De start van het handhavingstraject bestaat uit de constatering dat de gegevensinzameling niet op een juiste wijze met behulp van het meet- en registratiesysteem plaatsvindt. Indien dit het geval blijkt, zal het bedrijf gedwongen moeten worden dit alsnog te gaan doen. Het bevoegd gezag kan hiertoe een voornemenbrief aan het bedrijf sturen waarin hij aankondigt voornemens te zijn een last onder dwangsom op te leggen (zie voorbeeldbrief 6).

 Gegevensinzameling akkoord?

Wanneer het bedrijf de overtreding vervolgens beëindigt, wordt aan het bedrijf mededeling gedaan dat afgezien wordt van bestuursrechtelijke handhaving. Is dat niet het geval dan wordt de procedure vervolgd (zie voorbeeldbrief 7).

Opleggen LOD

Leidt de voornemenbrief niet tot een juiste wijze van gegevensinzameling dan wordt het bestuursrechtelijk traject in gang gezet.

Er is dan sprake van een voortdurende overtreding. Ingevolge artikel 18.2, eerste lid, of artikel 18.2g, in verbinding met artikel 18.7 Wm, of artikel 8.7 Wtw, in verbinding met artikel 18.7 Wm, wordt een last onder dwangsom aan het bedrijf opgelegd (zie voorbeeldbrief 8). Bij het opleggen van een last onder dwangsom dient rekening te worden gehouden met het doel van de dwangsom. De hoogte moet voldoende prikkel geven tot naleving van de norm. Daarnaast dient rekening te worden gehouden met het economisch voordeel dat een bedrijf kan hebben bij de overtreding. Het richtinggevend bedrag van de dwangsom bedraagt per dag € 1.000,-, met een maximum van € 14.000,- en een begunstigingstermijn van twee weken.

Wanneer het bedrijf de overtreding vervolgens beëindigt wordt aan het bedrijf mededeling gedaan dat afgezien wordt van verdere bestuursrechtelijke handhaving (zie voorbeeldbrief 9).

 De documentatie is geen vijf jaar bewaard

Ingevolge artikel 5, vijfde lid, EG-verordening PRTR en artikel 2, derde lid, Uitvoeringsbesluit EG-verordening PRTR en PRTR-protocol houden bedrijven gedurende vijf jaar, te rekenen vanaf het einde van het verslagjaar, de documentatie van de gegevens waarop het PRTR-verslag is gebaseerd voor het bevoegd gezag beschikbaar. Onderdeel van die documentatie vormt een beschrijving van het meet- en registratiesysteem.

Voornemenbrief

Indien het bevoegd gezag het bedrijf verzoekt de desbetreffende documentatie beschikbaar te stellen en het bedrijf geeft hieraan geen gehoor kan het bevoegd gezag een voornemenbrief aan het bedrijf sturen waarin hij aankondigt voornemens te zijn een last onder dwangsom op te leggen (zie voorbeeldbrief 6).

Documentatie ontvangen?

Wanneer het bedrijf de overtreding vervolgens beëindigt, wordt aan het bedrijf mededeling gedaan dat afgezien wordt van verdere bestuursrechtelijke handhaving (zie voorbeeldbrief 7). Is dat niet het geval dan wordt de vervolgprocedure in gang gezet.

Opleggen LOD

Leidt de voornemenbrief niet tot het overleggen van de desbetreffende documentatie dan wordt het bestuursrechtelijk traject in gang gezet. Ingevolge artikel 18.2, eerste lid, of artikel 18.2g, in verbinding met artikel 18.7 Wm, of artikel 8.7 Wtw, in verbinding met artikel 18.7 Wm, wordt een last onder dwangsom aan het bedrijf opgelegd (zie voorbeeldbrief 8). Bij het opleggen van een last onder dwangsom dient rekening te worden gehouden met het doel van de dwangsom. De hoogte moet voldoende prikkel geven tot naleving van de norm. Daarnaast dient rekening te worden gehouden met het economisch voordeel dat een bedrijf kan hebben bij de overtreding. Het richtinggevend bedrag van de dwangsom bedraagt per dag € 1.000,-, met een maximum van € 14.000,- en een begunstigingstermijn van twee weken.

Wanneer het bedrijf de overtreding vervolgens beëindigt, wordt aan het bedrijf mededeling gedaan dat afgezien wordt van verdere bestuursrechtelijke handhaving (zie voorbeeldbrief 9).