Wanneer moet ik als bedrijf luchtemissies rapporteren in het Integraal PRTR-verslag?

Als de drempelwaarde zoals opgenomen in de Stoffenlijst Integraal PRTR-verslag op inrichtingsniveau wordt overschreden, dan moet worden gerapporteerd. De emissies per stof dienen volgens het huidige format op installatieniveau gerapporteerd te worden, indien de uitstoot van een voor PRTR relevante emissiestof voor de desbetreffende installatie boven de drempelwaarde komt. Er kan worden volstaan met het rapporteren van alleen de stof die boven de drempelwaarde komt.

Wanneer moet in de module Emissies naar lucht een installatie individueel worden opgegeven en wanneer kan worden volstaan met een gegroepeerde opgave?

Op grond van de LCP-voorschriften in de RIE (Richtlijn Industriële Emissies) kan worden volstaan met de rapportage van de emissie van installaties groter dan of gelijk aan 50 MWth. De emissie van installaties kleiner dan 50 MWth hoeft op grond van internationale verplichtingen niet per afzonderlijke installatie gerapporteerd te worden, ook niet als voor die specifieke installatie de drempelwaarde wordt overschreden. Uiteraard moet sowieso op inrichtingsniveau worden gerapporteerd indien de PRTR-drempelwaarde wordt overschreden. Verder blijft de verplichting bestaan om voor grote stookinstallaties per installatiegroep de emissie van NOx, SO2 en totaal stof te rapporteren als de overeenkomstige emissiejaarvracht op inrichtingsniveau boven de drempelwaarde uitkomt.

Ik vind Fijn stof niet in de stoffenlijst van het e-MJV. Hoe moet ik deze emissiestof opgeven?

Fijn stof dient u op te geven als specificatie van de emissiestof Totaal stof. Als u Totaal stof heeft geselecteerd en hiervoor een emissiejaarvracht heeft opgegeven, kunt u de emissie verder specificeren tot Fijn stof (PM10) en eventueel Fijn stof (PM2,5).

Moet de emissie van kort-cyclische CO2 worden gerapporteerd in het e-MJV?

In het kader van E-PRTR geldt dat, in tegenstelling tot emissiehandel, de gehele CO2-emissie moet worden opgegeven, inclusief kort-cyclische CO2. Kort-cyclische CO2-emissie is afkomstig van biogeen materiaal. Het betreft bijvoorbeeld het verbranden van hout, biogas, gestort afval van organische herkomst en CO2 dat vrijkomt bij de rioolwaterzuiveringsinstallaties.

Hoe kan ik Vluchtige Organische Stoffen (VOS) specificeren?

In de module Emissies naar Lucht kunt u zowel bij de verbrandingsemissies als de procesemissies de VOS-emissie zelf specificeren:

  • Bij verbrandingsemissies vult u hiervoor de hoeveelheid Koolwaterstoffen (totaal VOS) in, waarna u met ja antwoordt op de vraag: ‘VOS specificeren?’ Wanneer u de emissies niet zelf specificeert vallen ze uiteen volgens een generiek VOS-profiel. Informatie hierover vindt u terug in de helpteksten van het e-MJV.
  • Bij procesemissies vult u hiertoe de hoeveelheid NMVOS in waarna u met ja antwoordt op de vraag ‘NMVOS specificeren?’ Informatie hierover vindt u ook terug in de helpteksten van het e-MJV.

Kan ik andere brandstoffen invullen dan die in de brandstoffenlijst staan?

Nee, u kunt geen andere brandstoffen invullen. Bekijk welke brandstof er het dichtst bij in de buurt komt en overleg eventueel met uw beoordelende instantie of de helpdesk.

Waar kan ik emissies van bijvoorbeeld CFK's, PFK's en HCFK's rapporteren?

U selecteert de stofgroep NMVOS (Niet-Methaan VOS) als emissiestof in de tabel Procesemissies en vult de totaalwaarde in. Aan de rechterkant kunt u nu de knop NMVOS specificatie aanklikken. In het scherm dat verschijnt kunt u de specifieke NMVOS-stoffen invoeren.
NB. de subtotalen zoals alifatische koolwaterstoffen hoeven, met de optimalisatie van de VOS-rapportage, niet meer apart vermeld te worden.

Is rapportage over transportemissies, zoals emissies afkomstig van schepen, in het e-MJV verplicht?

Alle emissies op het terrein van de inrichting, die samenhangen met een activiteit uit bijlage 1 van de E-PRTR-verordening, tellen mee. Emissies van mobiele bronnen die het terrein niet verlaten (bijvoorbeeld bulldozers) tellen wel mee, als de inzet van de genoemde voertuigen onderdeel zijn van een E-PRTR-activiteit of direct daarmee verbonden zijn. Emissies afkomstig van transport van en naar de inrichting vallen daar echter niet onder. Schepen nemen in feite een tussenpositie in, omdat ze mogelijk langere tijd binnen de inrichting blijven en mogelijk emissies blijven veroorzaken. Het is raadzaam om samen met het bevoegd gezag in te schatten of dit dan een significante bron is, die dient te worden meegenomen in de rapportage.